Doen (fare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Doen (fare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Doen - Coniugazione di Fare in Olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Doen (fare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Dagelijkse routines (Abitudini giornaliere)

Coniugazione di fare nel tempo presente

Olandese Italiano
ik doe io faccio
jij doet tu fai
hij/zij/het doet lui/lei/esso fa
wij doen noi facciamo
jullie doen voi fate
zij doen loro fanno

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik doe mijn studie bij de universiteit. Studio all'università.
Jij doet werk als brandweerman. Fai il lavoro di pompiere.
De dokter doet onderzoek in het ziekenhuis. Il medico conduce ricerche in ospedale.
Wij doen opleiding tot ingenieur. Facciamo formazione per diventare ingegneri.
Jullie doen werk als advocaten. Voi fate lavoro come avvocati.
De studenten doen veel projecten samen. Gli studenti fanno molti progetti insieme.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

doen, doe, doet

1.
Jullie werk als advocaten.
(Voi fate lavoro come avvocati.)
2.
Wij opleiding tot ingenieur.
(Facciamo formazione per diventare ingegneri.)
3.
De studenten veel projecten samen.
(Gli studenti fanno molti progetti insieme.)
4.
Jij werk als brandweerman.
(Fai il lavoro di pompiere.)
5.
Ik mijn studie bij de universiteit.
(Studio all'università.)
6.
De dokter onderzoek in het ziekenhuis.
(Il medico conduce ricerche in ospedale.)