Zoeken (cercare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Zoeken (cercare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Zoeken - Coniugazione di Cercare in spagnolo: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Zoeken (cercare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di spagnolo - Pedir y dar direcciones. (Chiedere e dare indicazioni)

Coniugazione di cercare nel tempo presente

Spagnolo Italiano
ik zoek cerco
jij zoekt tu cerchi
hij/zij/het zoekt lui/lei cerca
wij zoeken noi cerchiamo
jullie zoeken voi cercate
zij zoeken loro cercano

Frasi di esempio

Spagnolo Italiano
Ik zoek de informatiebalie. Cerco l'ufficio informazioni.
Jij zoekt naar de tramhalte. Stai cercando la fermata del tram.
Hij zoekt het centrum. Lui cerca il centro.
Wij zoeken de winkels. Cerchiamo i negozi.
Jullie zoeken de weg naar het park. State cercando la strada per il parco.
Zij zoeken de stad op de kaart. Loro cercano la città sulla mappa.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

zoekt, zoeken, zoek

1.
Jij ... naar de tramhalte.
(Stai cercando la fermata del tram.)
2.
Hij ... het centrum.
(Lui cerca il centro.)
3.
Wij ... de winkels.
(Cerchiamo i negozi.)
4.
Jullie ... de weg naar het park.
(State cercando la strada per il parco.)
5.
Ik ... de informatiebalie.
(Cerco l'ufficio informazioni.)
6.
Zij ... de stad op de kaart.
(Loro cercano la città sulla mappa.)