Blijven (rimanere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di blijven (rimanere) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Blijven (rimanere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 5: Thuis (A casa)

Lezione 37: Jouw huisdieren (I tuoi animali domestici)

Infinitief Voltooid deelwoord
Blijven (Rimanere) Gebleven (Rimasto)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) blijf io rimango
(jij) blijf/blijft tu rimani
(hij/zij/het) blijft lui/lei/esso rimane
(wij) blijven noi rimaniamo
(jullie) blijven voi rimanete
(zij) blijven loro rimangono

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) bleef io rimanevo
(jij) bleef/bleef je tu sei rimasto
(hij/zij/het) bleef lui/lei/esso rimase
(wij) bleven noi siamo rimasti
(jullie) bleven voi rimaneste
(zij) bleven loro rimasero

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
ik ben gebleven sono rimasto
jij bent gebleven / ben jij gebleven? tu sei rimasto / sei rimasto
hij/zij/het is gebleven lui/lei/esso è rimasto
wij zijn gebleven noi siamo rimasti
jullie zijn gebleven voi siete rimasti
zij zijn gebleven loro sono rimasti

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) was gebleven io ero rimasto
(jij) was gebleven/was gebleven tu eri rimasto
(hij/zij/het) was gebleven lui/lei/esso era rimasto
(wij) waren gebleven noi eravamo rimasti
(jullie) waren gebleven voi eravate rimasti
(zij) waren gebleven loro erano rimasti

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal blijven io rimarrò
(jij) zal blijven / zult blijven tu rimarrai
(hij/zij/het) zal blijven lui/lei/esso rimarrà
(wij) zullen blijven noi rimarremo
(jullie) zullen blijven voi rimarrete
(zij) zullen blijven loro rimarranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gebleven zijn io sarò rimasto
(jij) zal gebleven zijn / zul gebleven zijn tu sarai rimasto
(hij/zij/het) zal gebleven zijn lui/lei/esso sarà rimasto
(wij) zullen gebleven zijn noi saremo rimasti
(jullie) zullen gebleven zijn voi sarete rimasti
(zij) zullen gebleven zijn loro saranno rimasti
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
ik zou blijven io rimarrei
jij zou blijven / zou jij blijven tu rimarresti / rimarresti tu
hij/zij/het zou blijven Lui/lei resterebbe
wij zouden blijven noi rimarremmo
jullie zouden blijven voi rimarreste
zij zouden blijven loro rimarrebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou gebleven zijn Io sarei rimasto
jij zou gebleven zijn / zou je gebleven zijn tu saresti rimasto / saresti rimasto
(hij/zij/het) hij zou gebleven zijn / zij zou gebleven zijn / het zou gebleven zijn lui sarebbe rimasto / lei sarebbe rimasta / esso sarebbe rimasto
wij zouden gebleven zijn noi saremmo rimasti
jullie zouden gebleven zijn voi sareste rimasti
zij zouden gebleven zijn loro sarebbero rimasti
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Blijf! tu rimani