Betalen (pagare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Betalen (pagare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Betalen - Coniugazione di Pagare in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel tempo presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Betalen (pagare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Prijzen en geld (Prezzi e soldi)

Coniugazione di pagare al tempo presente

Olandese Italiano
(ik) betaal io pago
(jij) betaalt / betaal tu paghi/pago
(hij/zij/het) betaalt lui/lei/esso paga
(wij) betalen noi paghiamo
(jullie) betalen voi pagate
(zij) betalen loro pagano

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik betaal contant geld in de winkel. Pago in contanti nel negozio.
Betaal jij met de kaart of contant? Paghi con la carta o in contanti?
Hij betaalt de rekening na het eten. Lui paga il conto dopo aver mangiato.
Wij betalen de prijs en vragen om korting. Paghiamo il prezzo e chiediamo uno sconto.
Jullie betalen samen in de portemonnee. Pagate insieme dal portafoglio.
Zij betalen altijd met euro’s in deze winkel. Pagano sempre con euro in questo negozio.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

betaalt, betaal, betalen

1.
... jij met de kaart of contant?
(Paghi con la carta o in contanti?)
2.
Zij ... altijd met euro’s in deze winkel.
(Pagano sempre con euro in questo negozio.)
3.
Hij ... de rekening na het eten.
(Lui paga il conto dopo aver mangiato.)
4.
Wij ... de prijs en vragen om korting.
(Paghiamo il prezzo e chiediamo uno sconto.)
5.
Ik ... contant geld in de winkel.
(Pago in contanti nel negozio.)
6.
Jullie ... samen in de portemonnee.
(Pagate insieme dal portafoglio.)