Antwoorden (rispondere) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo) Condividi Copiato!

Antwoorden - Coniugazione di rispondere in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)
Tutte le coniugazioni e i tempi: Antwoorden (rispondere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi
Programma: lezione di olandese - Dingen vragen (Chiedere cose)
Coniugazione del verbo rispondere nel presente indicativo
Olandese | Italiano |
---|---|
ik antwoord | io rispondo |
jij antwoordt | tu rispondi |
hij/zij/het antwoordt | lui/lei/esso risponde |
wij antwoorden | noi rispondiamo |
jullie antwoorden | voi rispondete |
zij antwoorden | essi rispondono |
Frasi di esempio
Olandese | Italiano |
---|---|
Ik antwoord op jouw vraag. | Rispondo alla tua domanda. |
Jij antwoordt op de vraag nu. | Rispondi alla domanda ora. |
Hij antwoordt waar het huis is. | Risponde dove si trova la casa. |
Wij antwoorden samen op alles. | Rispondiamo insieme a tutto. |
Jullie antwoorden in de klas. | Rispondete in classe. |
Zij antwoorden snel en duidelijk. | Rispondono rapidamente e chiaramente. |
Esercizio: Coniugazione verbale
Istruzione: Scegli la forma corretta.
antwoord, antwoordt, antwoorden
1.
Hij ... waar het huis is.
(Risponde dove si trova la casa.)
2.
Jij ... op de vraag nu.
(Rispondi alla domanda ora.)
3.
Ik ... op jouw vraag.
(Rispondo alla tua domanda.)
4.
Jullie ... in de klas.
(Rispondete in classe.)
5.
Wij ... samen op alles.
(Rispondiamo insieme a tutto.)
6.
Zij ... snel en duidelijk.
(Rispondono rapidamente e chiaramente.)