Aanhebben (indossare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di aanhebben (indossare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Aanhebben (indossare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 4: Levensstijl (Stile di vita)

Lezione 27: Kledingstijlen en mode (Stili d'abbigliamento e moda)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aanhebben (indossare) Aangehad (indossato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb aan io indosso
(jij) hebt aan / hebt aan / heb je aan tu indossi / tu indossi / tu indossi
(hij/zij/het) heeft aan lui/lei indossa
(wij) hebben aan noi indossiamo
(jullie) hebben aan voi indossate
(zij) hebben aan loro indossano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) had aan io indossavo
(jij) had aan tu avevi indossato
(hij/zij/het) had aan lui/lei/esso indossava
(wij) hadden aan noi indossavamo
(jullie) hadden aan voi indossavate
(zij) hadden aan loro indossavano

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
ik heb aangehad io ho indossato
jij hebt aangehad / heb jij aangehad tu hai indossato / hai indossato
hij/zij/het heeft aangehad lui/lei indossa
wij hebben aangehad noi abbiamo indossato
jullie hebben aangehad voi avete indossato
zij hebben aangehad loro hanno indossato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb aangehad io ho indossato
(jij) hebt aangehad / hebt aangehad tu hai indossato
(hij/zij/het) heeft aangehad lui/lei/esso ha indossato
(wij) hebben aangehad noi abbiamo indossato
(jullie) hebben aangehad voi avete indossato
(zij) hebben aangehad essi hanno indossato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
ik zal aanhebben io indosserò
jij zult aanhebben / zult jij aanhebben tu indosserai / indosserai tu
hij/zij/het zal aanhebben lui/lei indosserà
wij zullen aanhebben noi indosseremo
jullie zullen aanhebben voi indosserete
zij zullen aanhebben loro indosseranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben aangehad io avrò indossato
(jij) zal hebt/zult hebben aangehad tu avrai indossato
(hij/zij/het) zal heeft hebben aangehad lui/lei/esso avrà indossato
(wij) zullen hebben aangehad noi avremo indossato
(jullie) zullen hebben aangehad voi avrete indossato
(zij) zullen hebben aangehad loro avranno indossato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
ik zou aanhebben io indosserei
jij zou aanhebben / zou jij aanhebben tu indosseresti / indosseresti tu
(hij/zij/het) hij zou aanhebben / zij zou aanhebben / het zou aanhebben lui indosserebbe / lei indosserebbe / esso indosserebbe
wij zouden aanhebben noi indosseremmo
jullie zouden aanhebben voi indossereste
zij zouden aanhebben loro indosserebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou aanhebben gehad hebben io avrei indossato
jij zou aanhebben gehad hebben / zou aanhebben gehad hebben tu avresti indossato
hij/zij/het zou aanhebben gehad hebben lui/lei avrebbe indossato
wij zouden aanhebben gehad hebben noi avremmo indossato
jullie zouden aanhebben gehad hebben voi avreste indossato
zij zouden aanhebben gehad hebben loro avrebbero indossato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Heb aan! tu indossa